Een warmteverliesberekening per ruimte bepaalt hoeveel vermogen (Watt) er nodig is om een ruimte op te warmen. Er wordt met andere woorden bepaald hoeveel warmte een radiator of de vloerverwarming moet kunnen leveren om de ruimte op te warmen.
Hier wordt een rapport van opgemaakt waarmee de installateur vloerverwarming de tussenafstand van de vloerverwarmingsbuizen kan bepalen.
Als deze berekening niet wordt uitgevoerd, kan dit voor volgende problemen zorgen:
Zeker bij nieuwe of gerenoveerde gebouwen is het dus belangrijk dat er een warmteverliesberekening wordt opgesteld.
Nieuwbouwprojecten moeten voldoen aan een E-peil en dit wordt beïnvloed door verschillende factoren waaronder ook het type verwarmingssysteem. Eén van de belangrijke eigenschappen van het verwarmingssysteem is de temperatuur waarop het warm water vertrekt.
Enkel indien er een berekening volgens de NBN EN 12831 norm werd uitgevoerd mag men de geïnstalleerde temperaturen inrekenen in de EPB software. Men moet immers kunnen bewijzen dat met de ingevulde temperatuur het gebouw ook voldoende opgewarmd kan worden.
Als er geen warmteverliesberekening beschikbaar is dan wordt er gerekend met de temperaturen bij ontstentenis. Dit is 55°C voor vloerverwarming en 90°C voor radiatoren. Gemiddeld stijgt hierdoor het theoretisch E peil van de woning 4 tot 6 E punten
Een warmteverliesberekening is dus een heel efficiënte en goedkope manier om het E-peil te doen dalen.